De geschiedenis van de boogjacht

De pijl en boog

fair chase primitive

De geschiedenis van de pijl en boog is de geschiedenis van de mens

zei Fred Bear ooit. Hiermee wou hij aantonen dat de evolutie van de moderne mens verbonden is aan de evolutie van het vervaardigen en het gebruik van gereedschap en wapens. Eerst de steen, dan de speer of atlatl en tenslotte de boog maakte het mogelijk om snel en vanop veilige afstand prooidieren te verschalken. Dankzij de beschikbaarheid van een meer constante bron van dierlijke eiwitten en de complexere vaardigheden waarover onze voorouders moesten beschikken, groeide onze hersenen in omvang en capaciteit. Ook de evolutie van ons spraakvermogen word in verband gebracht met de complexe jacht in groepsverband op grotere prooidieren in kuddes. Om dit te coördineren moest er kunnen gecommuniceerd worden.

In de Sibudu grot in Zuid-Afrika zijn pijlpunten ontdekt die konden gedateerd worden tussen 60.000 à 61.000 jaar oud. Er werden zelfs nog resten getraceerd van bloed, natuurlijke componenten lijm en bot. Deze recente vondst dateert het gebruik van pijl en boog plots 20.000 jaar eerder dan vorige vondsten. De eerste Europese ontdekkingen in Duitsland waren tussen 17.000-18.000 jaar geleden. De Deense, 8000 jaar oude Holmegaard bogen, gevonden in een veen moeras, waren “self” bogen, ze hadden reeds het bekende D profiel en de latten of limbs waren plat. Tot de neolithische revolutie was de boog het primaire wapen naast de speer waarmee gejaagd werd. Het gebruik van de boog zou via Alaska naar het Amerikaans continent worden gebracht en de eerste vondsten die dit aantonen zijn van 6000-7000 jaar geleden.

In het begin van de neolithische revolutie kreeg de boog een andere functie en werd het een verdedigingswapen of oorlogswapen. Interpersoonlijk geweld werd veelal beslecht met de pijl en boog. Vondsten van 5000 jaar oude pijlpunten rond vestiging structuren in Cornwall (UK) aan een eventuele ingang tonen aan dat de boog bij zulke conflicten een grote rol speelde.

In het bronzen tijdperk waren schutters te paard of schutters in strijdwagens de bepalende factor van een leger, een trend die zowel in Eurazië te zien was als later ook bij de Romeinen.

In de middeleeuwen was geen strijdkracht denkbaar zonder zijn boogschutters. Ook de Noormannen gebruikten de boog als aanvalswapen. In de proclamatie van 1252 door koning Henry III werd de Engelse leenman bij wet werd verplicht om getraind te zijn en te blijven in het gebruik van de longbow. In de slag om Crézy (1346) werden, volgens overlevering, door 6000 Engelse boogschutters, per minuut 42.000 pijlen gelost. De bekendste slag waarbij de boog centraal stond is de slag om Azincourt (1415). Het sterk verzwakte leger onder leiding van Henry V die bij het terug trekken naar Calais werd tegengehouden door een leger te paard, gevormd door Franse ridders en edelmannen. Dankzij de strategische keuze van het slagveld dat smal en modderig was, verloor het Franse leger zijn voordeel en werd het gedecimeerd door de Engelse longbow schutters.

De intrede van het musket en het kanon verdreef de boog uit de moderne oorlogsvoering en vanaf de jaren 1600 was hij volledig verdwenen en vervangen door de vuurwapens. Ondanks dat een boogschutter sneller kon vuren hadden de toenmalige vuurwapens groter bereik en penetratievermogen ten opzichte van de oorlogsbogen.

 

De moderne jacht met pijl en boog

Deze manier van jagen is natuurlijk niets nieuw.

Op alle continenten behalve Australië werd en wordt er nog steeds gejaagd met de handboog.

De primaire reden zijn de voedselvoorziening of jacht. Met de ontdekking van het buskruit en de evolutie van de vuurwapens verloor de boog geleidelijk zijn functie. Rond de jaren 1800, was de boog praktisch volledig vervangen door vuursteenslot wapens. De grote heropleving en terugkomst van de handboog lag grotendeels aan enkele gepassioneerde pioniers. Allereerst was er het boek “The Witchery of archery”. Geschreven door de gebroeders Thompson, die uit noodzaak de boog ter hand namen om te overleven na de Amerikaanse burgeroorlog in 1865. Dit boek werd een onverwacht succes en zette heel wat Amerikanen aan om (met) de boog terug ter hand te nemen. De tweede grote mijlpaal was in 1911, toen een Amerindiaan uit de wildernis stapte. Ishi genaamd, was hij de laatste van zijn stam, de Jahi. Als een soort levende tentoonstelling en slecht gewapend tegen de hedendaagse ziektes kreeg hij op de universiteit van Californië een arts toegewezen, Dr Saxton Pope. Deze werd al snel gefascineerd door hoe Ishi bogen en pijlen kon vervaardigen en hoe Ishi hier zeer vakkundig mee kon jagen. Door enkele artikels in de pers voegde Arthur Young zich bij het duo. Samen met Ishi ontstond er een uitwisseling van kennis over de jacht met pijl en boog en over hoe deze met toenmalige en natuurlijke materialen kon worden vervaardigd. Saxton Pope schreef enkele boeken over de korte tijd die hij had doorgebracht met Ishi. Ishi zelf, met weinig weerstand tegen de westerse ziektes, overleed 5 jaar later aan tuberculose.

De boeken van Pope en Young werden niet alleen de grondleggers van de moderne boogjacht maar ook de opkomst van een nieuw soort jager of wildbeheerder die een morele en ethische code begon te volgen.

Vandaag de dag is Pope & Young de organisatie bij uitstek rond de jacht op wild waarbij maturiteit van het dier de bepalende factor is. Ook het principe van “fair chase” kent zijn ontstaan in deze periode. Een nieuwe manier van jagen waarbij de jager op een wettelijke en ethische manier zal jagen zonder oneerlijk voordeel ten opzichte van het wild.

Één van de bekendste grondleggers die in de voetsporen trad van Pope en Young was Fred Bear (1902-1988). Hij was voor velen het boegbeeld van de Amerikaanse boogjager. Een zeer besproken en charismatische figuur die met zijn verhalen en uitspraken tot de verbeelding sprak van een hele generatie jagers met pijl en boog.

Een andere bekende figuur die via de media de boog aan het grote publiek toonde was Howard Hill (1988-1975). ‘S werelds grootste boogschutter werd hij genoemd, de man die de Hollywood sterren zoals onder andere Errol Flynn adviseerde en leerde boogschieten in de film industrie. Bekend voor zijn trick shots en één van de eerste jagers met pijl en boog die in Afrika ging jagen. De grote technische stap voorwaarts was dankzij de uitvinding van de eerste compound boog door Wilbur Allen (1909-1979) en nadien Ben Pearson (1898-1971), de eerste die pijlen en bogen op commerciële schaal begon te maken en te verkopen. Dankzij een doordacht systeem van verschillende openingstijden per jachtwapen in de Verenigde Staten kan je veel langer jagen met de boog dan met de meeste vuurwapens. Hierdoor creëer je een groot publiek met een vraag naar innovatie en een gespecialiseerde industrie die volgt met een groot aanbod.

https://pope-young.org/

The Witchery of Archery, by Maurice Thompson (1878)

Yahi Archery, by Dr. Saxton Pope (1918)

The Medical History of Ishi, by Dr. Saxton Pope (1920)


 

Natuurlijk komen trends vanuit de VS overgewaaid, zo ook de jacht met pijl en boog. Frankrijk was één van de eerste landen die in 1995 de boogjacht wettelijk reglementeerde. En vele Europese landen volgden nadien.

www.europeanbowhunting.org

 

De Vlaamse Boogjacht Vereniging of Flemish Bowhunters Association (FBA).

In de lente van 2013 begonnen 4 Vlaamse jagers aan hun IBEP opleiding, bij de toenmalige Waalse Boogjacht federatie,  fédération Wallone des Chasseurs à l’Arc (FWCA). Frank Siedentopf die enkele jaren ervoor zijn IBEP had behaald, hielp reeds mee in het organiseren van deze opleiding. Op de stand van de FWCA, tijdens de Gentse editie van de Hunting jachtbeurs leerde hij Stefaan Rotthier kennen, een jonge snaak met toch al flink wat jachtervaring maar vooral een sterke motivatie om met de boog te leren jagen. Stefaan kon niet wachten om aan de opleiding te beginnen. Er waren nog 2 Vlamingen op de IBEP opleiding van 2013. Luc Krols, een knappe kop uit het Antwerpse en de ervaren Jan Morias(*). Het klikte tussen deze 4 en algauw werden er plannen gesmeed. Met de kennis van Luc uit het handboogcircuit en verenigingsleven, werd er samen gekeken om een Vlaamse tegenhanger van de Waalse Boogjacht Federatie op te starten. Vanzelfsprekend, was de eerste en belangrijkste stap om zelf een Vlaamse opleiding te kunnen geven. Hiervoor waren instructeurs nodig. Onze 4 vrienden konden, dankzij steun van onze Waalse collega’s en de European Bowhunting Federation, hun IBEP instructeursopleiding volbrengen via de Portugese Master Instructor Carlos Freitas.
De Flemish Bowhunting Association was een feit ! Al snel werd er uitgebreid met meerdere instructeurs en werd er samen met de FWCA beslist om een overkoepelende Belgische organisatie op te richten, nl de Belgian Bowhunting Federation. Hiermee werden de krachten beider landsdelen gebundeld en kon er ook aangesloten worden bij de European Bowhunting Federation.


https://www.fwca.be/
https://europeanbowhunting.org/
https://www.belgianbowhunting.be/index.php/nl/

 * In memorian Jan Morias, (17/10/1969-14/12/2014)